Marian Klingeman-Rits (1923) vertelt over de reputatie van haar grootouders Eugène Goulmy van de sigarenfabriek en Henricus Rits wiens broer Louis majoor was van de Bossche schutterij.
Stadsgezichten
Marianne Rits: over schutters, sigaren en paarden
door Paul Kriele
Marianne Rits, geboren op 20 mei 1923, is de kleindochter van Eugène Goulmy. En die stond meer bekend als directeur van Goulmy en Baar sigarenfabriek aan de Boschdijkstraat. Marianne Rits gaat in haar vertelling honderd jaar terug. Zij vertelt over het leven van haar grootouders van vaders en moederskant omstreeks de eeuwwisseling. Grootvader Henricus Rits en diens jongere broer ome Louis bekleedden militaire functies bij de schutterij.
Behalve als grootmajoor van de Schutterij reed Louis Rits ook privé in het Bossche Broek. Zijn paard stalde Rits naast café De Roode Leeuw.
De familie Rits is een paardenfamilie. Wij hinneken allemaal, zulke paarden liefhebbers zijn we. In de Nieuwstraat naast de huidige speelgoedzaak van Otten lag de paardestal van overgrootvader Franciscus, later grootvader Henricus Rits. Bijna anderhalve eeuw geleden liet overgrootvader de Binnendieze overkappen en bouwde er een koetshuis naast zijn woning. De jongere broer van grootvader Ome Louis was dè man van de paarden. Lodevicus Arnoldus, zo heette hij voluit, stalde zijn paard naast Café De Roode Leeuw aan de Oude Dieze. Zelf woonde hij in de Moriaan. In 1906 liet hij House Bouqet bouwen aan de Stationsweg, dat vroeger sigarenwinkel, later Kringhuis en tegenwoordig postkantoor is. Zijn paard werd verzorgd door de overgrootvader van Robeerst. Ik weet dat zo, omdat ik het bewijs tegenkwam van een nalatenschap die ome Louis deed aan een zekere Robeerst, huzaar, die beloond werd omdat hij dag in dag uit de paarden van Louis Rits had verzorgd.
Wij kwamen graag bij Ome Louis aan de Stationsweg. We vonden hem erg interessant. Eigenlijk meer nog zijn Keeshondje, als kind speelde ik ermee. Bovenop het huis was een dakterras met daktuin. Er zaten enkele duifjes in een kooitje. Het bijzondere van het pand is dat ome het zelf heeft laten bouwen. Alle overige huizen aan de Stationsweg zijn door architect Dony ontworpen. Bovenin de top zit een gevelsteen met de letters ,EJMNL’ en een jaartal ,1906’.
Bossche circus
Als majoor van de schutterij reed oom Louis in de manege aan het begin van de Pettelaarseweg. Daar maakte ook Otto Schumann, in dienst bij De Gruyter gebruik van. Deze bekende Bossche familie had een manege en paardestal in de Uilenburg. Otto die een beroemdheid was als circusartiest mende en dresseerde de paarden van De Gruyter. De hoge school en de disciplines van de paardendressuur kon je bij Otto Schumann bewonderen. Met circus Gerritje en Circus Briantelli met de jongens van Van Meerwijk en Martin Vughts kon je bijna van een circusstad spreken. Mijn andere grootvader van moeders kant, Eugène Goulmy, was een vooraanstaand persoon in de stad. Met een gekrulde zwarte snor, was zijn voorkomen al bijzonder. Hij leek op Salvador Dali. Zijn grootvader Michel Jean Baptiste is in Limoges in de Provence geboren. De familie vluchtte tijdens de Franse Revolutie via Antwerpen naar Den Bosch. Diens zoon, Paul Victor, vestigde zich aan de Schapenmarkt. Op de plek van het Kupke had hij een zaak in suikerwerken, confiture en marmiet, dat is bouillon extract. Paul had twee zonen Eugène en Theodoor. Eugène begon aanvanke-
107
Ludovicus Arnoldus (Louis) Rits (1855-1932) groot majoor der Bossche schutterij
lijk een sigarenzaak aan het Rokin in Amsterdam, waar het beroemd sigarenmerk Hajenius uit voortgekomen is.
Omstreeks 1890 sloot hij een compagnonschap met de Jood Bär, die zich katholiek liet dopen. Samen lieten ze in 1892 de grote fabriek van Goulmy en Baar op de hoek Boschdijkstraat/Boschveldweg bouwen, vlakbij het stastationsemplacement, zodat de kisten met sigaren zo in de wagons konden worden geladen.
In Zuiderbosch het huis van grootvader in Hintham, waar Wijnhandel Verlinden is gevestigd, klonk vaak muziek. Grootvader hield ervan. Hij had een broer, die piano speelde en liederen zong van Schubert. Grootvader vond, dat er buiten het sigaren maken ook wat anders moest gebeuren. „Ik laat de sigarenmakers muziek spelen, want muziek veredelt de mens”, zei hij. Zo is het in 1892 tot de oprichting van de harmonie van Goulmy en Baar gekomen. Als je muzikant was had je het voorrecht om bij Goulmy te komen werken. De kleine Wierts was één van de eerste tamboers. Grootvader was goed voor de gewone Bosschenaren. Hij presteerde het om op de markt een kar met sinaasappelen om te gooien en de omstanders te laten graaien. Het was afgesproken werk, want de marktkoopman betaalde hij eerst met een briefje van 25 gulden en dan gaf hij die kar een peut. Als bijnaam kreeg hij ,Het Tsaartje’, ,Ventje Goulmy’ en ook de ,Heilige Josef’, zo goedgeefs als hij was. Dan liep ie een snoepwinkeltje binnen, kocht er 25 repen chocola en deelde ze dan uit aan de jongens van het weeshuis. Die verhalen hoorde ik nog wel eens van oudere Bosschenaren.
Trouwens grootmoeder van vaders kant was ook erg liefdadig. Grootmoeder Rits-Hoogewegen reed altijd met de koets naar de Capucijner kerk. Wout Mommersteeg, de koetsier, gaf aan de armen door dat ,mevrouw’ om zo en zo laat bij de kerk aankwam. De mensen stonden haar op te wachten om een aalmoes te vragen.
De herinnering aan grootvader Eugène Goulmy is behalve de voormalige fabriek van Willem II aan de Boschdijkstraat ook het monument in de voortuin van het Noordbrabants Museum. Het is een kado, geschonken aan de commissaris van de koningin baron Van Voorst tot Voorst, door de grote industriëlen van de stand waaronder Eugène Goulmy. Eugène was werkelijk internationaal. In het archief zitten brieven van zijn bootreizen naar Estland en Lithouwen. Tijdens zijn zakelijke kontakten bezocht hij China en de tsaar in Rusland. Zijn gekrulde snor moet hij beslist daar hebben leren draaien.
En de voorouders van vader Rits speelden mee bij de oprichting van het Bossche carnaval. Het zijn tevens oud leden van de plaatselijke schutterij. Vanaf overgrootvader bekleedt de familie al een notarisfunctie in de stad. Dat is ruim 150 jaar. Vader zat in allerlei besturen: ondermeer van de R.K. Spaarbank, de Dierenbescherming, Het Wit/Gele Kruis en hij was voorzitter van de IJsclub Ons Belang.
De ijsbaan van ijsclub Ons Belang aan de Hekellaan waarvan vader H. Rits voorzitter was.
108
„Stadsgezichten” een Bosch' album (1990) 107-110
Literatuur en bronnenpublicaties
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 79
Paul Kriele, Stadsgezichten een Bosch' album (1990) 107-110